Wat is mijn bedrijf waard: tips voor de overname

In het vorige artikel bespraken we hoe je aan financiering kunt komen voor een bedrijfsovername en hoe je een bedrijf kunt overnemen zonder eigen geld.

Bij de overname van een bedrijf zul je op een gegeven moment de waarde van het bedrijf moeten inschatten. Waardebepaling is subjectief. De waarde van het bedrijf is niet een wetenschappelijke oefening. Het is eerder een kunst. Het gaat er uiteindelijk om ‘wat de gek ervoor over heeft’.

In de praktijk zijn er verschillende waardebepalingsmethoden. Hierbij 3 vaak gebruikte.

Intrinsieke waarde methode

Hierbij wordt het eigen vermogen berekend van de onderneming. De boekwaarde van het eigen vermogen uit de jaarrekening is uitgangspunt. Dit wordt vervolgens gecorrigeerd door de stille reserves (voorraden, voorzieningen, onroerend goed).

Voordeel hiervan is dat het gebruik van aannames beperkt is, aangezien er alleen gekeken wordt naar 1 moment. Dit is tegelijkertijd het nadeel: het zegt niets over de toekomstige winsten van de onderneming.

Discount Cashflow Methode, DCF ook wel Netto Contante Waarde genoemd

Deze methode houdt in dat je een schatting maakt van de toekomstige kasstromen. Oftewel, hoeveel winst en cashflow gaat het bedrijf in de toekomst genereren?

Het werkt als volgt. Je maakt een ‘forecast’ wat de omzet en winst van de onderneming over een aantal jaren wordt. Cruciaal is dat je bewust bent van de aannames van je berekening. Denk o.a. aan:

–          Hoeveel klanten komen er per jaar bij

–          Wat is de omzet per klant per jaar

–          Met hoeveel % kunnen we de omzet per klant laten groeien

–          Welke middelen zijn er nodig om dit te realiseren

Vervolgens maak je een liquiditeitsbegroting op basis van deze aannames. Dan weet je precies hoeveel geld er per jaar het bedrijf netto binnenkomt. Hou ook rekening met de investering (= cash uitgave) die je maakt om het bedrijf te kopen. Deze toekomstige kasstromen bereken je vervolgens terug naar het heden. Je corrigeert elke euro uit de toekomst d.m.v. een ‘discount rate’. De discount rate varieert per branche. De discount rate is een soort rendement wat je kunt krijgen als je de geldbedragen op een andere manier zou investeren.

Als je de toekomstige kasstromen terugrekent naar het heden ontstaat de NPV, de net present value. Deze waarde moet positief zijn. De NPV zegt iets over de waarde van de toekomstige cashflow van het bedrijf. Als de NPV 1 miljoen is, betekent dat de investering om het bedrijf te komen een interessante is: u creëert namelijk 1 miljoen euro waarde.

Voordeel van de DCF methode is dat u op een mathematische manier de waarde van uw investering kunt uitrekenen. Het is dus zo min mogelijk gebaseerd op ‘geen aannames’. Het nadeel van deze aanpak is dat u aanname op aanname stapelt. Een aanname blijft een aanname en wil niet zeggen dat het ook zal uitkomen. Wees daar dus van bewust, want het kan heel eenvoudig zijn om een enorme positieve NPV te berekenen als je de groei in omzet elk jaar met 20% laat stijgen bijvoorbeeld.

Multiples methode

Bij deze methode bereken je de waarde van de onderneming door te kijken wat vergelijkbare bedrijven waard zijn. Je kunt hiervoor 2 bronnen gebruiken.

Je kunt kijken naar de overnames van niet-beursgenoteerde bedrijven in dezelfde branche van het afgelopen jaar. De waarde van een gemiddeld bedrijf uit de branche is wat je uiteindelijk berekend. Hiervoor heb je de volgende data nodig per overgenomen bedrijf:

–          De omzet ten tijde van overname

–          Eventueel de winst ten tijde van overname

–          De overname prijs

Je deelt vervolgens de overname prijs per bedrijf door de omzet van dat bedrijf destijds of de winst. Het resultaat is de multiple. De multiple is de gemiddelde prijs wat een koper van een bedrijf in een branche betaalde x de omzet of de winst.

Een andere bron is dat je naar beursgenoteerde bedrijven kijkt in dezelfde branche. Hierbij volgt dezelfde berekening als bij niet-beursgenoteerde bedrijven, echter met 1 verschil. Dat is dat er geen overname prijs is maar een huidige beurswaarde van het bedrijf (de Enterprise value). Deze bereken je door het aantal uitstaande aandelen te vermenigvuldigen x de huidige aandelenprijs. Tot slot trek je hier de netto schuld (net debt) van de onderneming vanaf. Heb je eenmaal de Enterprise values, dan kun je de omzet of winst delen om tot de multiples te komen.

Voordeel van de multiples methode is dat je ‘marktconform’ een waardebepaling maakt. Je kunt immers refereren naar vergelijkbare transacties of ondernemingen uit dezelfde branche. Een nadeel is dat het geen rekening houdt met de unieke groeipotentie van een individueel bedrijf.

Conclusie:

Hierbij komen we weer bij het begin van het artikel: waardebepaling is geen exacte wetenschap maar eerder een kunst. In de praktijk zie je dat er een mix van methoden wordt gebruikt om tot een ‘holistisch’ beeld te komen van de waarde van een bedrijf. Dit geeft de bandbreedte aan van de waardering. Hierbinnen kan onderhandeld worden met de koper.